Gedichten van Diet

Uit:
Circusdirecteur
Rare mensen
doen hier dingen
die ik METEEN
na wil doen:
glitterpaarden laten draven
op het klappen van publiek
dansen over dunne draadjes
door de torenhoge tent
met een zweepslag trotse tijgers
dwars door hoepels vuur doen springen.
Als ik hier de baas was
zag ik
alles
elke dag.
Ogen dicht, daar ga ik:
tromgeroffel, brede lach,
armzwaai, hoge hoed.
Nu weet ik wat ik worden moet.
Uit: Boekie Boekie, jrg.15 nr. 65, 2007

Uit:
 
Zusje
Alles is wit maar ik kan niet kiezen.
Wat ga ik doen
in plaats van bevriezen?

Ballen gooien, iglo’s bouwen?
Schaatsen, glijden, sneeuwpop sjouwen?
Alles wil ik, tegelijk.

Mijn zusje kiest de slee.
Ik trek haar mee, een rode
tuinkabouter.

Wangen, puntmuts, dikke jas,
wanten, laarsjes, warme das,
een ingepakte pop. Ik trek en trek haar heuvelop.

Denderend omlaag,
gillend langs een rail,
maag in onze keel.

Armen dik als elastiek
om haar heen geslagen,
als twee bommen naar beneden.

Klem haar vast met beide benen,
stuur de slee aan met mijn tenen,
bijna uitgegleden, achtbaan in het echt.

Meer meer,  roept ze,
ik wil nog een keer.
Best een plusje, zo’n klein zusje. 

Draak
Als ik nu een draak was kwam er
stoom uit mijn twee oren

sissend schuim droop van mijn schubben
bliksem rolde van mijn tong

donder tolde rond mijn lippen
hete damp sloeg van mijn staart.

Maar ik ben
geen draak. Ik wacht

tot ik jou niet meer wil schroeien
vuur en as op je ga sproeien

smurrie in je haar wil doen
in elk neusgat een citroen, in je bed een schorpioen.

Tot de gloeiende orkaan die
jou aan de kant wil vegen is gezakt naar windkracht negen

tot mijn sneeuwstorm poolwind is, hagel, regenbui,
jij niet sneeuwblind wordt maar halfslag tranend als met ui.

Ja ik wacht. Tot ik niet meer toe wil slaan.
O wat heb jij een geluk dat er geen draken meer bestaan.
Uit: Vijf draken verslagen. Querido's Poëziespektakel 4. Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2011.

Uit:
 
Het allermoeilijkst
Echt moeilijk is
achterstevoren een heuvel ophuppelen.
Vooruit naar beneden
gevaarlijk makkelijk, bijna over de kop.
Vooruit heuvel op
trekt zwaartekracht aan je benen.
Het allermoeilijkst is
omlaagachterstevorenhuppelend.

De hemel
Als je dood bent
ga je naar de hemel.
Waarom begraven ze je dan?

Als je toch weer weggaat uit de grond
kun je net zo goed
meteen erheen.

Alleen weet niemand
waar het is,
hoe ver het is

en of je armen meegaan
en je benen.
Wel dat er dieren zijn.

Je mag zelf kiezen
of je er naar toe wilt denk ik.
Ik ga eerst even kijken als ik dood ben.

Als het leuk is blijf ik. 
Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido's Poëziespektakel 3. Samenstelling Ted van Lieshout.  Querido, 2010.

Uit:
Berouw
Ik sla mijn broertje
hard. Hij huilt.
Hij op schoot,
ik touwtjespringen, steeds harder.
Mama vraagt: heb je
berouw?
Berouw, wat is dat?
Hoe weet ik of ik dat heb?
Slaan is kinderachtig.
Ja. Ik ben groter.
Ja. Ruzie is stom.
Ja.
Heb ik nu berouw
of niet?
Zou ik hem weer slaan?
Ja.
Uit: Ik wil een naam van chocola, Querido's Poëziespektakel 2. Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2009.

Uit:
 

Wachten
Zit ik weer
op de stoep
te wachten tot ik wegloop
of terug naar binnen ga.
Soms kijkt mijn zusje
om de hoek, ben ik er nog?
Altijd krijg ik zo
een hekel aan mezelf.
Ook al méén ik
dat ik hier zit
en zo meteen
echt wegloop,
echt eindelijk wegloop,
nooit meer terugkom
toch heb ik liever
een zusje dan niemand.
Uit: Wat je ziet zit in je hoofd. De 100 mooiste kindergedichten van nu. Samenstelling Jan van Coillie. Illustraties Kristien Aertssen. Davidsfonds/Infodok, 2011. 
En uit: Ik wil een naam van chocola, Querido's Poëziespektakel 2. Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2009.

Uit: 
Heksenkost
Spinnenpoten met wat lavas,
kippenkop in paddenbloed.
Mix een handje egelstekels,
fruit een ui in snottebrij.
Kraaienklauwtjes, knoflook, wortel,
en een pondje rauwe prei.
Roeren, malen, stampen, zeven
laat je vijand maar vast beven.
Slakkenvlees en kattenhaar,
larvensnot en koeienblaar.
Rattenstaartjes, even hakken,
zachtjes bakken, zout erbij.
Vuurtje stoken, netels koken.
In een ketel alles mengen
met een pondje zwart venijn.
O wat zal dat lékker zijn.
Uit: Boekie Boekie jrg. 18, nr. 75, 2009

Uit: 
Aardrijkskunde
Mijn hoofd vliegt de klas uit, altijd
met aardrijkskunde – Brussel, Brugge, Gent –
gaap. Ik ga.
Omhoog de lucht in die ik vlug
in zee verander. Wolk wordt eiland.
Bootjes varen, zeilen glijden
en een gondelier zingt liefdesliedjes.
Mijn roeispaan huppelt op de maat,
kinderen met bellenblaas
lachen piraten uit. Die zijn het enteren
verleerd.
Een papegaai duikt op.
Snel krab ik aan mijn wang, dat niemand ziet
hoe ik de papegaai begroet.
Ik hoor hem in de verte want hier is de juf.
Ze kijkt me aan. Beleefd kijk ik terug.
Kun je hier verdrinken? vraag ik hem
als ze zich omdraait.
Nee! roept hij blij. En heel veel zon!
Waar in de wereld vind ik deze zee?
Mijn ogen mikken op de kaart.
Raak! De golf van Mexico.
Vandaar die palmboom naast me op het strand.
Zal ik hier blijven? zeg ik zachtjes
in mezelf. Heus niet zo moeilijk hoor.
De papegaai vliegt weg.
Neem me mee,
roep ik hem na. Mee mee, echoot de zee.
Hij kijkt niet om.
De juf rolt de kaart op.
Iemand vraagt: wat is er?
Niks.
Uit: Boekie Boekie jrg. 15, nr. 67, 2007

Uit:
Bedtijd
Ik ga slapen
zing ik met mijn knieën
op de harde mat.
Of de Heer de wacht houdt
vraag ik zo
dat mannen onder mijn bed het kunnen horen.
Morgenvroeg gezond weer opstaan
hoop ik met gevouwen handen
en mijn ogen dichtgeknepen.

Voor de zekerheid
de poes ook meegesmokkeld.
Die is warm en kan miauwen.

Die heeft klauwen.
Uit: Al mijn later is met jou. Samenstelling Edward van de Vendel. Illustraties Susanne Rotraut Berner. Querido, 2005. 

Uit: Uit: Parmentier 4, jrg 13, 2004
MelkkloppertjeMet een melkkloppertje
klop je schuim
voor op de koffie.
Met een melkkloppertje
kun je ook
zachtjes langs je wangen aaien.
Langzaam door het gleufje gaan
aan de zijkant van je neus.
Een tikje geven op je lippen.
Dan schuimt het
in je hoofd.
Uit: Parmentier 4, jrg 13, 2004

Ochtendhumeur
Sam ligt te slapen,
gekruld als een veer.
Ik zie zijn adem
in zijn buik, op en neer
gaat dat.
Gordijnen open, zon naar binnen.
Sam opent één oog op een kier.
Hij bromt en draait zich om
zegt met zijn rug: ga weg,
ik zie je niet.
Als ik hem roep, een keer twee keer
een grote gaap, hij rekt zich uit, bovenkant
onderkant. Dan slaapt hij door
in zijn mand. Neus op de poten,
staart op de rand.
Uit: Parmentier 4, jrg 13, 2004

16 opmerkingen:

  1. HOI,
    IK VIND GEDICHTEN NIET ZO LEUK ,MAAR DIE VAN U VIND IK WEL LEUK.

    GROETJES

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Anoniem, wat fijn dat je mijn gedichten leuk vindt. Schrijf je zelf ook wel eens gedichten?

      Verwijderen
  2. Ik vind het niet leuke gedichten omdat ze niet rijmen maar ik vind gedichten helemaal niet leuk

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Anoniem, jammer dat je niet van gedichten houdt maar ja, dat kan. Misschien vind je gedichten wel leuk als ik bij jullie op school ben geweest. Wie weet!

      Verwijderen
  3. hoi diet,
    ik vind het gedicht 'berouw' het leukste.

    groeten anouk tijmensen van de st.jozefschool

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Anouk,
      Wat leuk, dank je wel. Wat vind je van de andere gedichten?

      Verwijderen
  4. Hallo Diet,

    ik vind je gedichten redelijk maar ik ben heel vaak bij podiums geweest en treed zelf ook op met mijn zelf geschreven gedichten dat ik dit niet zo bijzonder vind.
    Maar het zijn ook kindergedichten en ik ben 13 dus val ik denk ik niet onder jou doelgroep.
    verder vind ik het juist wel leuk dat je heel weinig rijm gebruikt.

    groetjes,

    Anoniem.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoi Anoniem,
    Dank voor je eerlijke berichtje. Ik zou best eens wat van je willen lezen, als je zin hebt om het op te sturen.
    Groetjes, Diet

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Beste Diet, u was vandaag op onze school {de Horn groep 5a}.
    Ik vond het heel leuk dat u op onze school was.
    Ik heb een mooi gedicht gemaakt, zo gaat hij

    Boze Rode
    Ik heb een sneeuwbal op mijn bord
    hij is booz! heel booz
    ik heb een sneeuwbal op mijn bord
    hij roept maar niemand hoort hem
    hij is bang dat hij booz word
    hij is booz en warm

    ik had hem niet zonder u verzonnen ;D

    groetjes Sem Smaling ;D

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Hallo Sem, erg leuk dat je je gedicht hebt opgestuurd. Misschien kun je een allerlaatste regel toevoegen: waarom hij eigenlijk zo bang is om boos en warm te worden!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Kun je een gedicht over de kleur groen maken?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Natuurlijk kan het. Leuk idee, ik ga er over nadenken. Waarom lijkt je dat leuk?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Hoi Diet,
    Vanmiddag las ik een gedicht over de hemel. Dit gedicht raakte mij heel erg. Zelf schrijf ik ook gedichten. Inez (van Loon) adviseerde mij om naar deze site te gaan. En om mijn gedicht eens op te sturen naar iemand die verstand heeft van dichten. Dit is mijn gedicht. (het gaat over mijn vader dus best heel persoonlijk ;) )

    Netvlies

    Brandend op mijn netvlies
    Niet te vergeten beelden zweven door mijn hoofd.
    Doodziek lag je daar,
    Nooit meer zou je genezen
    En toen was je er niet meer
    Zomaar ineens, verdwenen uit mijn leven
    En ik , ik zag het gebeuren
    Machteloos zat ik daar, naar jou starend
    aan de grond genageld, te verbijsterd
    Ik zag je vechten, vechten om bij ons te blijven
    Het was je tijd je moest gaan
    Zonder jou vecht ik me door het leven
    Dit is niet het einde, niet voor mij.

    Groetjes Dorine (Hoekstra)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Dorine,
      Als je me een mailtje stuurt (voor mailadres zie bij Over Diet)kan ik desgewenst persoonlijk reageren.

      Verwijderen
  11. dit soort gedichten schrijf ik:

    stond voor je klaar
    als je hulp nodig had was ik daar
    deed een arm om je heen
    je was niet meer alleen

    zoveel tegen slagen als dat wij kennen
    ik kan er maar niet aan wennen
    het is elke keer weer een klap
    soms hoop ik op 1 grote grap

    maar allemaal echt en het houd niet op
    weer staat alles op zijn kop
    en blijft de liefde dit allemaal overwinnen
    of blijft het verdriet opkroppen van binnen

    wil een arm om me heen als het even niet meer gaat
    en niet de dreigende boodschap dat je me verlaat
    dat is niet wat ik nu nodig heb van niemand
    nou ik je het meest nodig heb zet je me toch niet aan de kant

    maar zeg me iets liefs kijk me is aan
    bedenk is; waar komt haar gedrag vandaan
    praat is met mij ipv dat je me gang laat gaan
    en laat me daar is niet alleen in staan

    bedreigingen dan ga ik weg en verwijder jou
    dat is niet waar ik op bouw
    wat wil je dan dat ik zeg
    ga dan maar weg???

    dat zeg ik niet dus als je dat wil moet je dat doen
    ik verlang meer naar een liefde volle zoen
    en niet van een andere man maar die van jou
    Omdat ik heel veel van je hou

    BeantwoordenVerwijderen